Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zal [28]hem zijn tot een Vader, en hij zal Mij zijn tot een zoon; dewelke als [29]hij misdoet, zo zal Ik hem met een [30]mensenroede en met plagen der mensenkinderen straffen. 28. Dat is, Salomo uit genade, door aanneming, in Christus; maar den Heere Christus zelf [als die mijn eigen, eeuwige en eniggeboren Zoon is] naar de natuur. Zie Joh.1:18; Hand.13:33; Rom.8:32; Hebr.1:3,5; 1 Joh.4:9, enz. 29. Namelijk, Salomo; want de Heere Christus is gans zonder zonden geweest. Zie Jes.53:9; 2 Kor.5:21; Hebr.4:15; 1 Petr.1:19; hoewel Hij onze zonden op zich genomen en als onze borg daarvoor betaald heeft. 30. Dat is, vaderlijk en matiglijk, gelijk een mens zijn kind pleegt te tuchtigen; maar zal hem niet verwerpen, gelijk in het volgende verklaard wordt.